Makkabeeën (de boeken der), - die tot de apokriefen van het O. T. worden gerekend, zijn drie in getal en alle anoniem en in het Grieksch geschreven, hoewel het eerste uit een verloren geraakt Hebr. origineel vertaald is. Dit eerste boek bevat de geschiedenis der eerste Makk. vanaf het optreden van Mattathias tot den dood van Simon. Het tweede is een uittreksel uit een grooter werk van Jason van Cyrene, begint iets vroeger, maar eindigt met de nederlaag van Nicanor 161 v. C. Vooraf gaan twee brieven door de Joden te Jeruzalem geschreven aan die in Egypte om hen op te wekken het feest der tempelwijding te vieren.
Het derde heeft niets met de M. te maken, maar geeft een fabelachtig verhaal van een Jodenvervolging in Egypte onder Ptolemeus Filopator (221— 204). Soms spreekt men ook nog van een vierde boek der M., dat door Eusebius en andere kerkvaders ten onrechte aan Flavius Josephus wordt toegeschreven, maar dit geschrift bevat een verheerlijking der rede en heeft slechts in zoover iets met de M. te maken, dat de schrijver als voorbeeld voor zijn thema den geloofsmoed der Makkabeesche martelaren, volgens 2 Makk. 6 en 7 aanhaalt. Deze martelaren, volgens het verhaal 7 broeders met hun moeder, werden in de Christ. kerk als prototypen der Christ. martelaren verheerlijkt ; zelfs werd ter hunner eere een feestdag der Makkabeeën (1 Aug.) ingesteld.