Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Magnesiet

betekenis & definitie

Magnesiet - (Hgd. Talkspath, Fr. giobertite; magnesite Fr. = sepioliet), mineraal, MgC03 rhomboëdrisch hemiëdrisch, kristalliseerend in witte rhomboëders, vaker nog in korrelige tot dichte, witte aggregaten ; wit van kleur, in dichte aggregaten dikwijls sneeuwwit ; bij ijzergehalte geel en bruin, komt voor in talkschist en serpentijn, als kristallen en gangen. Vooral de Grieksche m. wordt in ons land geïmporteerd om te worden gebrand tot magnesia en zeer zuiver koolzuur, dat beter dan dat uit kalksteen, geschikt is voor de bereiding van koolzuurhoudende dranken. Bovendien behoeft m. daartoe niet zoo hoog verhit te worden als kalksteen. Verder wordt het veel gebruikt als basische voering in eenige toestellen der staalfabricatie (o. a. Bessemer-convertor volgens Thomans-Gilchrist), voor vuurvaste voorwerpen, waarbij het, evenals bij de voorgaande toepasing bij het gloeien in magnesia overgaat, en ten slotte in de porseleinfabrikatie (zie POTTEBAKKERSKUNST), vooral van enkele soorten mooi wit en doorschijnend biscuit.

< >