Maanvereering. - Op het eerste gezicht is het opvallend, dat de maan bij vele volken een grooter plaats bekleedt in de religieuze voorstellingen dan de zon. Toch is dit niet zoo vreemd: de maan is de oudste tijdmeter. In 28 dagen doorloopt ze haar fazen en vormt alzoo naast den dag de tweede tijdeenheid, de maand (afgeleid van „maan”). De vollemaansdag heette bij de Babyloniërs „sapattoe”, waarvan waarsch. het Hebr. „sabbat” is afgeleid.
Ook het Hebr. „sabbat” schijnt oorspronkelijk de naam geweest te zijn voor den vollemaansdag, en later te zijn toegepast op de intrede van een maanfaze, de week. Reeds de oude Sumeriërs noemden den maangod „En-Zoe”, d. i.: „heer der wijsheid”, en bij de Egyptenaren was de maangod Thot de god der wijsheid, die de menschen het schrift en alle wetenschap bracht. Ook de Arische volken kenden datzelfde karakter der maan. De maan bekleedde dus in het leven der oude volken een groote plaats. Geen wonder, dat zich zoowel bij Indogermanen als bij Semieten zoovele mythen groepeeren om de maan en haar fazen, die zoo geheimzinnig elkaar opvolgen. Zon en maan staan in tegenstelling; als de maan vol is, staan zon en maan tegenover elkaar, en gaat de eene op bij den ondergang van de ander. De zon vertegenwoordigt dan den dood en de maan het leven, want de zon „doodt” de maan en de sterren. Het telkens weer verdwijnen en weer ontstaan der maan wordt opgevat als een gewelddadig sterven en herboren worden.
Zoo wordt de maan het zinnebeeld van de altijd scheppende levenskracht, en wordt geacht grooten invloed te oefenen op het vegetale en animale leven der natuur. Bekend is, hoe bij alle volken de invloed van de maan op den wasdom en op het geslachtelijk leven wordt erkend. De voorstelling, dat de zon de maan op den dag der konjunktie bevrucht, is bekend; dat geldt niet alleen van Zeus en Hera, maar ook van Helios en Selene, eig. van elke verbinding van zon- en maangod. De vrucht hunner verbinding zijn de jaargetijden (Horen). Dit samenkomen van zon en maan wordt trouwens in Indië en Griekenland met het zelfde woord aangeduid als de coitus. De mythologische voorstelling is deze, dat de zon de maan vervolgt zooals een bruidegom de bruid, die hem ontvlucht; heeft zij haar ingehaald, dan onttrekken zij zich samen aan het oog en heeft de vereeniging plaats. Dat is bij de nieuwe maan, en daarom geldt, o. a. bij de Germanen, de nieuwe maansdag als de meest geschikte voor het sluiten van een vruchtbaar huwelijk. Deze voorstellingen bewerkten bij tal van volken een heelen codex van gedragingen in het particuliere en sociale leven in betrekking tot de maanfazen; koren wordt gezaaid bij wassende maan, gemaaid bij afnemende maan.
Wat groeien moet, wordt behandeld bij wassende, wat sterven moet, bij afnemende maan. Huizen bouwen, huwelijk sluiten, haarknippen, boomen hakken, enz. wordt alles geregeld volgens den stand der maan. Haar knippen b.v. bij afnemende maan, anders groeit het te snel weer aan, maar schapen scheren bij wassende maan om de wol weer sneller te doen groeien. Bij sommige volken loopt zelfs een traditie, dat de menschen in oude tijden met het afnemen der maan mager werden, en met wassende maan weer dik, en op het platteland in Europa worden niet alleen het welslagen van den oogst, maar elke handeling afhankelijk geacht van den stand der maan. Caesar verhaalt (Bellum Gall. I, 50), dat de Germanen ongaarne slag leveren bij afnemende maan. Ook de Spartanen plachten niet anders dan bij volle maan ten strijde te trekken (Herod. VI, 106, Paus.
I, 28, 4). De Atheners leden liever de nederlaag dan bij maaneklips te vechten (Thuc. VII, 50). In N.-Abessinië slaapt gedurende de onzichtbaarheid der maan niemand in zijn huis, want „als de maan sterft, sterft ook een aanzienlijk man’’, daarom bidt men: „moge het iemand zijn, dien we niet kennen”. De meeste oude volken en nog heden vele natuurvolken begroeten dan ook het verschijnen van de nieuwe maan met groot gejubel. Ook uit den Bijbel is dit gebruik bij Israël bekend. Verschillende stammen in Azië en Afrika kennen aan de stralen der weer zichtbaar wordende maan heilzame werking toe. Men tracht die heilzame werking te benutten b.v. door het maanlicht te drinken.
Men doet dat door een schaal met water door de nieuwe maan te laten beschijnen, en dan dat water te drinken, of ook men stelt het te nuttigen voedsel alvorens het te eten aan de maanstralen bloot. Ook kleine kinderen worden in het nieuwe maanlicht gezet om ze nieuwe kracht te geven. Even gunstig als de wassende maan werkt op welvaart en leven, even fataal werkt de afnemende maan. Vooral de epilepsie wordt geacht door de maan te ontstaan (Vgl. Mt. 17 : 15, Mk. 9 : 22).
De maanstralen zijn de pijlen, die de menschen treffen, vgl. Ps. 121 : 6. De Grieksche maangodinnen Selene, Artemis, Hekate zijn het, die den waanzin (Eng.: lunatic) verwekken. Het is gemakkelijk in te zien, dat een zoo werkzaam hemellichaam als de maan niet ontkwam aan magische praktijken. Vooral de nieuwe-maans-nachten schijnen zich bijzonder te eigenen voor dat bedrijf, evenals de tijden van maaneklips. Dat doodenbezwering zoo veelvuldig voorkomt in verband met de maan, hangt waarschijnlijk hiermee samen, dat volgens overoude volksvoorstellingen (o. a. voortlevende in Pythagoreische en Orphische kringen) de zielen der gestorvenen in de maan wonen.