Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lucilia gens

betekenis & definitie

Lucilia gens, - Romeinsch geslacht, dat eenige vermaarde dichters en philosophen heeft voortgebracht. 1) Gajus Lucilius, geb. 180 v. C. te Suessa Aurunca, stamde uit een voorname en rijke familie. Nog zeer jong nam hij reeds deel aan den Numantijnschen oorlog onder Scipio Africanus. Later hield hij zich te Rome op. Hij overl. in 102 te Napels.

Zijn satiren, in 30 boeken, w.v. ± 1350 verzen overig zijn, behooren tot de belangrijkste voortbrengselen der oude Romeinsche letterkunde. Vooral roemt men den scherpen spot, waarmede hij de ondeugden van personen, die hij met edele verontwaardiging tot het onderwerp zijner satire maakte, tuchtigde. Door L. is de satura tot een nieuwe dichtsoort geworden, de eenige niet aan de Grieken ontleende in de Rom. letterkunde : de naam beteekent voortaan niet meer louter een verzameling van gemengde gedichten, doch een soort van ethisch-politiek-leerdicht.

2) L. de Jongere, vriend van Seneca, aan wien het gedicht Aetna wel toegeschreven wordt. 3) L. Balbus, Stoïsch wijsgeer, leerling van Panaetius, een der sprekers in Cicero’s werk De Natura Deorum.

< >