Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Luchtdrukrem

betekenis & definitie

Luchtdrukrem - De meest bekende en meest verbreide l. op de spoorwegen is de Westinghouserem. De werking hiervan is als volgt. (Zie fig. 1 en 2). Door de op de locomotief aanwezige luchtpomp, die gedreven wordt door stoom van den ketel, wordt lucht in het hoofdreservoir geperst, die vandaar door de remkraan in de treinleiding stroomt en verder door de verschillende triplekleppen de hulpreservoirs vult. Tegelijk staan de remcilinders door de triplekleppen met de buitenlucht in gemeenschap.

Wordt de druk in de treinleiding verminderd, dan verplaatsen zich daardoor de schuifjes in de triplekleppen, waardoor de gemeenschap tusschen de treinleiding en de hulpreservoirs wordt verbroken en deze elk in verbinding worden gesteld met den bijbehoorenden remcilinder, waardoor een gedeelte van de lucht uit de hulpreservoirs in de remcilinders stroomt. Deze laatsten worden tegelijkertijd van de buitenlucht afgesloten. Tengevolge van den druk in de remcilinders worden de remzuigers bewogen en daardoor de remmen aangedrukt. Het overstroomen van lucht uit de hulpreservoirs naar de remcilinders duurt zoolang, totdat de druk in de hulpreservoirs gelijk is geworden aan dien in de treinleiding. Dan wordt de verbinding tusschen de hulpreservoirs en de remcilinders verbroken, zoodat de druk in deze laatsten dan niet meer toeneemt. Hoe grooter de drukvermindering in de treinleiding is, des te meer lucht stroomt uit de hulpreservoirs naar de remcilinders en des te sterker wordt geremd. De drukvermindering in de treinleiding wordt veroorzaakt door lucht in de buitenlucht te laten ontsnappen. In gewone omstandigheden geschiedt dit door de remkraan op de locomotief.

Wordt deze in den remstand gebracht, dan wordt de verbinding tusschen hoofdreservoir en trein leiding verbroken en komt de treinleiding met de buitenlucht in gemeenschap. Deze drukvermindering heeft evenwel ook plaats door in werking stellen van een der noodreminrichtingen, die in eiken bagagewagen en in elk post- en personenrijtuig zijn aangebracht. Breekt de trein af of ontstaat ergens een groot lek in de treinleiding, dan vloeit de treinleiding geheel ledig en wordt dus met volle kracht geremd. Wanneer na het remmen door de remkraan weer lucht uit het hoofdreservoir in de treinleiding wordt toegelaten, nemen de schuifjes in de triplekleppen hun vroegeren stand weer in, waardoor de gemeenschap van de remcilinders met de buitenlucht weer wordt hersteld, deze leeg vloeien en de remmen los gaan. Tevens komt ook de gemeenschap tusschen treinleiding en de hulpreservoirs weer tot stand, zoodat deze weer met lucht uit het hoofdreservoir door de treinleiding worden bijgevuld. Daarna kan weder dadelijk geremd worden. De treinleidingen van de locomotief, den tender en de voertuigen zijn door koppelingen, bestaande uit gummislangen, verbonden. De treinleiding van elke locomotief en elk voertuig kan aan weerseinden door een kraan worden gesloten.

De kranen van de aangekoppelde slangen worden geopend, de overige kranen moeten gesloten zijn. Aan elk hulpreservoir of aan de daarbij behoorenden remcilinder is een spuiklepje aangebracht, door middel waarvan de rem kan worden gelost, indien dit door de een of andere omstandigheid niet op de gewone wijze kan geschieden. De hier beschreven rem is de gewone Westinghouserem. Om de voortplantingssnelheid der remwerking van de locomotief door den geheelen trein te vergrooten is men overgegaan tot aanbrenging van z.g.n. snelwerkende triplekleppen. Deze hebben de eigenschap, dat zij bij een kleine drukvermindering in de treinleiding (matig remmen) geheel op dezelfde wijze werken als de gewone triplekleppen. Wordt in de treinleiding evenwel een grootere drukvermindering teweeg gebracht, dan laten deze triplekleppen behalve de lucht uit het hulpreservoir ook een gedeelte der lucht uit de treinleiding in den remcilinder toe, waardoor de drukvermindering in de treinleiding zich sneller naar achteren voortplant, waardoor de triplekleppen van alle voertuigen bijna gelijktijdig in werking komen. Om ook bij matig remmen een snelle voortplanting der remwerking te verkrijgen, is overgegaan tot de invoering van de z. g. n. verbeterde tripleklep, waarbij een gedeelte der lucht uit de treinleiding in een daartoe aangebracht reservoir wordt gelaten en niet door de remkraan op de locomotief behoeft te ontwijken. De Westinghouserem is alleen regelbaar bij het remmen, niet bij het lossen der rem, d. w. z wanneer de machinist den trein met een zekere kracht heeft geremd door het uitlaten van een bepaalde hoeveelheid lucht uit de treinleiding dan kan hij de remkracht vergrooten door meer lucht uit te laten.

Hij kan evenwel de remkracht niet verminderen. Daartoe moet eerst de rem geheel gelost worden, waarna dan opnieuw met de gewenschte kracht kan worden geremd. In bergachtig terrein, waar dikwijls met matig aangeslagen rem de hellingen moeten worden afgereden, geeft dit wel tot bezwaren aanleiding, omdat als de remkracht iets te groot is, de trein tot stilstand komt en als de rem geheel wordt gelost, de snelheid van den trein te groot kan worden. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen worden wel andere remsystemen toegepast. Zoo b.v. de Henryrem, die, in verbinding met de Westinghouserem, o. a. in Frankrijk, Zwitserland en Italië wordt gebruikt. Op de locomotief is daartoe een tweede remkraan aangebracht en bovendien zijn alle voertuigen van een tweede treinleiding voorzien, die rechtstreeks met de remcilinders in gemeenschap staat.

Met de tweede remkraan kan lucht uit het hoofdreservoir op de locomotief in de Henrytreinleiding en daarmede in de remcilinders worden gelaten, waardoor wordt geremd. Door met de remkraan weder lucht in deze treinleiding te laten, vermindert hierin de druk en wordt met minder kracht geremd. Deze rem is evenwel niet automatisch d. w. z. bij afbreken van den trein wordt deze niet tot stilstand gebracht en indien in de Henrytreinleiding een groot lek aanwezig is, kan niet geremd worden. Het is daarom noodig, dat bij toepassing van de Henryrem bovendien de Westinghouserem is aangebracht. In den laatsten tijd is in Duitschland de Kuntze-Knorrrem in gebruik gekomen waarmede ook nadat geremd is de remkracht kan worden verminderd.

< >