Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lopik

betekenis & definitie

Lopik - gem. in Utrecht, ten Zuiden van IJselstein tot vlak bij Schoonhoven, groot 2030 H.A., meest kleigrond, die als bouwland en weide wordt gebruikt; de gem. telt 1600 inw., die vooral van landbouw, veeteelt en zuivelbereiding leven. Er zijn 2 dorpen, n.l. L. en Lopikerkapel in ’t O. (ook wel Zevenhoven genoemd); zij strekken zich in de lengte uit, langs de Lopiksche Vaart of Krommen IJsel (die van den Holl. IJsel naar Schoonhoven loopt), zoodat er eigenlijk geen kom is; de Herv. kerk staat omstreeks in ’t midden. Het dorp komt in 1313 als Loepwic voor.

< >