Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Longvisschen

betekenis & definitie

Longvisschen - (Dipnoi), een orde der visschen, waarvan reeds representanten in het palaeozoïsche tijdvak leefden, van welke slechts zéér enkele soorten nog leven. Het zijn langwerpige dieren, met een doorloopenden vinzoom over de achterste lichaamshelft; het geraamte is ten deele beenig; de huid draagt schubben. Het merkwaardigst echter is het voorkomen van 1 of 2 longen naast het bezit van kieuwen. Zij leven n.l. in rivieren, die in het droge jaargetijde uitdrogen; bevatten de rivieren water, dan ademen de l. door kieuwen; drogen de rivieren uit, dan trekken zij zich terug in een laag slik, die hen als een koker omgeeft en in welken zij den drogen tijd met behulp van de longademhaling kunnen doormaken. Hiertoe behoort de Barramoenda (Ceratodus forsteri) uit Queensland; lengte tot 2 M.; verder de slijkvisch (Protopterus annectens) uit de binnenwateren van tropisch Afrika, eveneens tot 2 M. lang, en de schubsalamander (Lepidosiren paradoxa) uit het Amazonegebied, lengte tot ruim 1 M.

< >