Loenen, - 1) gem. in Utr., tusschen Vecht en Angstel, ten N. van Breukelen, groot 1003 H.A., alles kleigrond, die hoofdzakelijk als weiland wordt gebruikt. De gem. telt 1300 inw., die van veeteelt en zuivelbereiding leven; zij werd in 1819 gevormd uit L.-Kronenburg (Hollandsch) en Stichts-L. Zij bevat de dorpen L. en Nieuwersluis. Eens stond hier het geduchte slot Kronenburg, waar Floris V eerst gevangen werd gezet (1296); ook vond men er vroeger vele groote buitenplaatsen van Amsterdamsche patriciërs.
Het dorp L. is een welvarende plaats aan de Vecht, met 800 inw.; het wordt reeds in 963 vermeld. — 2) of Loenen-op-de-Veluwe, dorp in de Geld. gem. Apeldoorn, halverwege den straatweg en de spoorlijn Apeldoorn-Dieren, met 800 inw., die van landbouw (op zand) en papierbereiding leven; het ligt in een schilderachtige streek, en wordt reeds in 838 als Lonen vermeld. In 1356 leverden de twee broeders Reinoud en Eduard van Gelder elkander hier een veldslag. Er staat een mooi kasteel, De Horst. — 3) of Loenen-en-Wolferen, voormalige gem., uit de twee heerlijkheden van die namen bestaande, 6 K.M. ten Z.W. van Elst aan den Waal, in 1854 bij de gem. Valburg ingelijfd. Het huis te L. was eertijds een der grootste kasteelen van de Betuwe.