Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lies

betekenis & definitie

Lies - of liesstreek is het gebied op de grens tusschen den buik en de beenen. Een plooi, bij het buigen van de beenen duidelijk optredend, geeft deze grens scherp aan. Aan de liesplooi beantwoordt een ronde stevige streng, de liesband of band van Poupart. Dit is de onderrand van de buitenste schuine buikspier, zij strekt zich uit tusschen de voorste punt van den darmbeenskam en het schaambeen.

Onmiddellijk boven dezen band gaat een kanaal in schuine richting door den buikwand, het lieskanaal. Dit lieskanaal is ongeveer 4 c.M. lang en verloopt van buiten beneden en voor naar boven, binnen. Bij den man gaat de zaadstreng er doorheen, bij de vrouw de ronde baarmoederband. Bij den man is het kanaal aanmerkelijk wijder dan bij de vrouw en zullen er dus ook gemakkelijker uitzakkingen van het buikvlies met darmlussen in ontstaan, de liesbreuken (zie BREUK). Onmiddellijk onder den liesband, tusschen dezen en den rand van het schaambeen is een groote driehoekige opening.

Het buitenste deel hiervan wordt opgevuld door de lendenspier, die van de lendewervels komt en naar het dijbeen verloopt (zie SPIERSTELSEL), het binnenste deel herbergt de groote bloedvaten, die naar het been gaan (zie plaat BLOEDVAATSTELSEL). Langs deze vaten komt ook somwijlen eene uitzakking van het buikvlies tot stand, waarin een darmlus komt. Er is dan een beenbreuk of hernia femoralis (zie BREUK) opgetreden. De liesstreek herbergt een aantal lympheklieren, die de lymphe van het been opnemen en die bij wonden aan het been, ook bij ziekten aan de geslachtsorganen kunnen opzwellen.

< >