Licinius - Geslachtsnaam der uit Etrurië of Tusculum afkomstige gens Licinia in het oude Rome, waartoe vele families behoorden, o. a. de Calvi, Clodii, Crassi, Luculli. Mannen van beteekenis zijn daaruit geweest:
— 1. Licinius Stolo (Caius), Romeinsch volkstribuun in 376 v. C., is de vader van de lex Licinia, die hij eerst na tienjarigen tegenstand kon doen aannemen. Deze wet bevatte drie voorstellen: 1) betreffende de schulden, strekkende om van de hoofdsom van elke schuldvordering het bedrag der reeds betaalde renten af te trekken en het overige van de ter leen ontvangen som in drie jaarlijksche termijnen te voldoen; 2) betreffende den ager publicus, toelating der plebejers tot het in gebruik nemen van den ager publicus en vaststelling van een maximum voor elken burger: 3) betreffende het consulaat; er zouden twee consuls zijn, doch één van die twee zou uit de plebejers worden gekozen.
— 2. Licinius Macer (Caius), Romeinsch geschiedschrijver en redenaar, geb. omstreeks 110 v. C., overl. 66. Hij schreef Annalen, die loopen van de stichting der stad Rome af.
— 3. Licinius Calvus (Caius), zoon van den annalist Licinius Macer, 82-48 v. C., als redenaar voornaamste vertegenwoordiger der Attici en als dichter een der hoofdmannen der nieuwe richting, vervaardigde epigrammen, erotische gedichten en een epyllion Io.
— 4. Licinius Licinianus (Publius Flavius Galerius Valerianus), Romeinsch keizer, geb. in Dacië omstreeks 263, overl. te Nicomedië in 307, was krijgsmakker van Galerius, die hem tot augustus benoemde en hem een deel van het Oosten ter beheering afstond. In 313 huwde hij de zuster van Constantijn en sloot een verbond met dezen, waarbij het Romeinsche rijk werd verdeeld, zoodat hij het Oosten en Constantijn het Westen verkreeg. Maar weldra ontstond er oorlog tusschen beiden, waarna L. aan Constantijn Pannonië, Moesië, Dalmatië, Macedonië en Achaea moest afstaan. Een vervolging tegen de Christenen, door L. begonnen, was oorzaak van een tweeden oorlog (323). Andermaal moest L. het onderspit delven en was nu genoodzaakt de kroon neder te leggen. Beschuldigd van aan een samenzwering tegen Constantijn te hebben deelgenomen, werd L. een jaar later door verworging ter dood gebracht.