Leslie (alexander) - veldoverste van Schotsche afkomst, geb. 1580, vocht eerst aan de zijde van de Hollanders tegen de Spanjaarden, trad in 1605 in Zweedschen dienst, waarin hij eerst streed tegen de Polen en daarna tegen de keizerlijke troepen in den Dertigjarigen oorlog. Hij wist Stralsund te behouden toen deze plaats belegerd werd door Wallenstein, verdreef daarna de keizerlijke troepen van ’t eiland Rügen (1630), streed bij Lützen en nam Brandenburg in (1634). In 1638 verliet hij den Zweedschen dienst en keerde hij naar Schotland terug ten einde zijn geloofsgenooten te steunen in den strijd tegen koning Karel I. Bekleed met ’t opperbevel over de Schotsche troepen, slaagde hij er in den koning tot toegevon te dwingen (zie SCHOTLAND), maar wanneer hij aan ’t hoofd van zijn leger Engeland binnenrukt, heeft hij bij Marston More geen succes (1644), waar de overwinning te danken was aan ’t optreden van Cromwell.
In 1645 geeft Karel I, die hem in 1640 verheven had tot graaf van Levin, zich aan hem over. Niet tevreden met den loop der zaken, erkent hij na den dood van Karel I diens zoon, kan zich evenwel tegen de troepen van Cromwell niet staande houden en werd in 1651 gevankelijk weggevoerd naar Londen. Vrijgelaten door bemiddeling van Zweden, dat zijn diensten niet vergeten had, keerde hij naar Schotland terug (1654), waar hij in 1661 stierf.