Leimuiden, - gem. in Z.-Holl., ten Z.O. van de Haarlemmermeer, groot 1455 H.A. De bodem was oorspronkelijk laagveen, dat op vele plaatsen wegsloeg of uitgebaggerd werd en plassen deed ontstaan. Deze werden in den loop der tijden grootendeels drooggelegd, waardoor polders met kleibodem ontstonden, zooals de Wassenaarsche polder in 1660, de Heilige-Geestpolder in 1699; de Grietpolder in 1741, enz. De hoofdbronnen van bestaan zijn: veeteelt, zuivelbereiding, groententeelt en scheepvaart. De gem. telt 1900 inw. en omvat het dorp L. benevens de Oostelijke helft van ’t dorp Oude-Wetering en de buurten Vriezekoop en Bilderdam.
Zij was oudtijds een heerlijkheid, in 1727 door de stad Amsterdam aangekocht. Het dorp L. telt 950 inw. en ligt 7½ K.M. ten Z.W. van Aalsmeer, tusschen de Drecht en de Westeinderplas, a. d. spoorlijn Hoofddorp-Leiden. Het wordt reeds in 1063 als Liethemuthen en in 1156 als Leythemuthe vermeld.