Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Legioen

betekenis & definitie

Legioen - (Lat. legio), bij de Romeinen aanvankelijk benaming voor de geheele krijgsmacht, later voor een legerkorps. In sterkte, samenstelling en tactische indeeling van het L. is dikwijls verandering gebracht. Het L. uit den bloeitijd der republiek bestond in den regel uit 4200 man voetvolk en 300 ruiters; het was, afgezien van de ruiterij, verdeeld in hastati (1200), principes (1200), triarii (600), velites (1200), oorspronkelijk naar de bewapening en het vermogen, later bij de eerste drie naar volgens den leeftijd gescheiden klassen, bovendien in 30 manipels (zie MANIPEL); de ruiterij was verdeeld in 10 door decurio’s aangevoerde turmae. In de burger-oorlogen, sedert het begin der eerste eeuw, werd de kohort (zie ald.) in plaats van de manipel als tactische onderafdeeling van het L. ingevoerd en dit in 10 kohorten verdeeld; toen kreeg ook het L. als eenheid een veldteeken, den zilveren (later bij gelegenheid ook gouden) adelaar.

< >