Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Laoet (poeloe)

betekenis & definitie

Laoet (poeloe) - eigenl. Poelau Laoet, eil. ten Z. O. van Borneo, daarvan gescheiden door Straat Laoet, met omgelegen eilanden vormende een onderaf, der afd. Z.O.-kust van Borneo, res. Z.- en O.-Afd. van Borneo.

Het eil. is bergachtig en bevat in het N. steenkoollagen, die met succes ontgonnen zijn. De afdeelingshoofdpl., Kota Baroe aan de N.-kust, en Stagèn of Setagèn danken aan deze ontginningen hun belang. De steenkolen-Mij.

Poeloe Laut te Amsterdam produceerde tot ult.

1912 bijna 1 millioen ton; met ingang van Nov. 1913 werden haar concessies op het eiland door het Gouv. aangekocht.

< >