Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lanark

betekenis & definitie

Lanark, - graafschap in Z.-Schotland, in ’t midden doorstroomd door de Clyde; opp.: 2280 K.M.2; ± 1.500.000 inw. Het Z. wordt ingenomen door een gedeelte van de Z.-Schotsche Hooglanden (in de Culter Fell 750 M. hoog). Het hoogland bestaat uit een reeks met gras en heide bedekte ruggen door diep-insnijdende „glens” gescheiden. Het N. is minder heuvelachtig ; vooral het dal van de Clyde is er zeer vruchtbaar. De carbonische gesteenten in het N. zijn rijk aan mineralen, steenkool, lood en ijzer, maar grootendeels bedekt door glaciale afzettingen.

In het onvruchtbare Z. is schapenteelt hoofdmiddel van bestaan, in ’t N. treedt daarnaast paardenfokkerij op en in de dalen verbouw van haver en aardappelen. Verder naast mijnbouw, ijzer-, machine- en katoenindustrie. Hoofdstad is Lanark aan de Clyde met 6000 inw.

< >