Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lairesse

betekenis & definitie

Lairesse - (Gerard de), schilder, etser en theoreticus, geb. 1640 te Luik, gest. 1711 te Amsterdam; een academicus van gemakkelijk talent, die over een verbluffende technische vaardigheid beschikte. Voor een schilder bezat hij zelfs in dien tijd een ongewone klassieke ontwikkeling en zoo voerde zijn talent hem vanzelf tot de behandeling van mythologische, allegorische en historische onderwerpen. Na 1690, in welk jaar hij blind werd, wist hij nog een groote groep jonge kunstenaars om zich te vereenigen, voor wie hij theoretische voordrachten hield, die later, tot „Het groot schilderboek” vereenigd, in druk verschenen (1707) en een merkwaardig document zijn voor de opvattingen der academische schilderkunst van zijn tijd. In Holland zijn belangrijke werken van hem bewaard in 7 stukken in de raadszaal van het gerechtshof te Den Haag, voorstellingen uit de Romeinsche geschiedenis.

Gewoonlijk zijn zijn schilderijen goed en naar de regelen gecomponeerd, die uit de late, decoratieve barokkunst in Frankrijk zijn afgeleid. Zijn coloriet is in zijn groote werken conventioneel en soms zoetelijk, maar in enkele kleine schilderijen openbaart L. zich als een schilder met merkwaardig persoonlijken smaak. Zijn Zuidelijke afkomst draagt er wellicht toe bij, dat hij veel zuiverder teekenaar is dan de overige Noordnederlanders van dezen tijd. Geen verkort valt hem zwaar, geen enkel deel is verteekend of buiten proportie. Men vindt goede stalen van zijn werk te Amsterdam, den Haag en Utrecht, en in verschillende groote buitenlandsche musea. — Voor litteratuur vgl. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon.

< >