Kwartsglas - noemt men het gesmolten kwarts als materiaal voor de vervaardiging van verschillende technische gebruiksvoorwerpen. Het onderscheidt zich van natuurlijk kwarts door zijn amorphe natuur. De ontdekking van het k. staat op naam van Gaudin in 1839 (Comptes rendus de l’Acad. d. Sc. 8, pag. 678). Eerst van 1889 dateert het algemeene gebruik van k.draden in electrische en andere instrumenten (C.
V. Boys). De lineaire uitzettingscoëfficiënt is zeer gering : (van 0—100° C…….0,000.00047 tot 50). Aan de geringe uitz.-coëff. is gebonden een buitengewone bestendigheid tegen plotselinge temperatuursveranderingen, die juist van zoo groot belang is geworden voor de toepassing van het k. De elastische, zoowel als de thermische nawerking bleken zeer gering te zijn (ophangdraden voor spoeltjes in gevoelige instrumenten). Een werkelijk smeltpunt bezit k. als onderkoelde vloeistof niet. Bij 1300° C. begint het merkbaar week te worden. Beneden deze temperatuur (n.l. boven 1000° C.) begint het echter op den duur reeds zijn amorphe eigenschappen te verliezen; het wordt troebel wit door een overgang in gekristalliseerd tridymiet.
Het soortelijk gewicht bedraagt 2,20, de elasticiteitsmodulus 6970 K.G. per m.M.2, de compressibiliteit 1,925 x 10—8, de diëlectriciteitsconstante 3,20—3,40, de electrische weerstand bij 727° C. 40.000 Ohm, de soortelijke warmte 0,19. Boven natuurlijk k. heeft het bij ongeveer gelijken brekingsindex, (1,456—1,470) vóór, dat het geen dubbele breking vertoont. Voor ultraviolet licht is het in zeer veel sterkere mate doorlaatbaar dan gewoon glas, hoewel niet zoo sterk als natuurlijk kwarts. Als grens der doorgelaten stralen kan ongeveer 193 μμ worden aangenomen. Deze eigenschap heeft het bij uitstek geschikt gemaakt als materiaal voor lampen voor ultraviolet licht.
De chemische aantastbaarheid van k. is zeer klein ; in ieder geval blijft ze beneden die van gewoon instrumentenglas. Daartegenover staat, vooral bij hooge temperaturen, een zeer groote doorlaatbaarheid van k. voor verschillendegassen, waardoor het gebruik weer zeer sterk wordt beperkt. De diffusie van zuurstof is reeds bij 600° merkbaar, die van waterstof bij 1300° zeer vlug. Die van helium is zelfs reeds bij 220° geconstateerd. Voor optische doeleinden wordt k. in volmaakt helderen, kleurloozen en doorzichtigen staat geleverd. Voor alle andere toepassingen, waarbij helderheid niet noodigis, meestal geheel doorzaaid met fijne gasbelletjes, wmardoor het wel een minder glasachtig uiterlijk krijgt, doch vele malen goedkooper wordt. Het eerste moet gesmolten worden uit groote stukken bergkristal elk voor zich afzonderlijk, waarbij dan nog groote zorg moet worden besteed om een springen van het stuk bij het opwarmen te vermijden, daar ook hierdoor luchtblaasjes zouden kunnen binnendringen. Het smelten geschiedt in electrische ovens of met knalgas.
Afzonderlijke, zoo gemaakte stukken, kunnen voorzichtig bij hooge temperatuur op elkaar worden geperst en tot één grooter stuk worden vereenigd. Het troebele, ordinaire kwartsglas (Quarzgut) wordt tegenwoordig als massa-artikel in electrische ovens gesmolten uit zuiver zand, sinds men omstreeks 1900 algemeen liever het goedkoope troebele, dan het dure heldere glas ging vragen (Heraeus te Hanau, de Deutsche Quarzgesellschaft te Beuel-Bonn, het Thermal-Syndicate te Walsend-on-Tyne). De ovens zijn van het type „weerstandsovens”; zie ELECTRISCHE OVENS. Als weerstandslichaam tusschen de electroden dient een dunne staaf Achesongrafiet, die tot heftige gloeiing komt en de omgevende charge, kwartszand, doet smelten. Het is mogelijk, om de staaf zoodoende een buis gesmolten kwarts te krijgen. Wordt deze eruit gelicht, dan kan de staaf worden verwijderd en blijft een buis over. Verder worden platen of staven vervaardigd, waaruit dan weer de verschillende voorwerpen volgens allerlei patenten worden gemaakt, o. m. door persen van de weeke platen tot kom-vormige lichamen, opblazen met behulp van chemisch ontwikkelde gassen.
Buizen worden verder verblazen voor een knalgasvlam, door ze te klemmen in een speciaal gevormde blaaspijptang. Ook worden staven uitgeboord en als buizen verwerkt. Zeer dunne kwartsdraden worden „geschoten” met pijl en boog, of door perslucht van een staafje voor een knalgasvlam „weggeblazen”. K. wordt behalve in chemische en physische laboratoria, tegenwoordig ook op groote schaal gebezigd door de industrie voor indampschalen, moffels, koelslangen, leidingen, speciaal in de techniek der sterke zuren. Het is duurder dan zuurvaste steen, doch onvergelijkelijk veel duurzamer. De prijzen zijn voortdurend dalende.