Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kruiswoorden

betekenis & definitie

Kruiswoorden, - de woorden door Jezus aan het kruis uitgesproken, waaruit elk der Evangelisten een keuze heeft gedaan, zoodat men de volgorde heeft te rekonstrueeren. Matth. en Mk. geven er één in het Arameesch : El(o), El(o)i lama sabachtani, Mt. 27 : 46, Mk. 16 : 34, terwijl ze nog gewagen van een luid uitgesproken, niet nader aangeduid woord op het einde Mt. 27 : 60, Mk. 16: 37. Luk. en Joh. geven ieder een verschillend drietal.

Lk. 23 : 34 Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen; vs. 43 Voorwaar, zeg ik U, heden zult gij met mij in het paradijs zijn ; vs. 46 Vader in Uwe handen beveel ik mijnen geest. Joh. 19 : 26 Vrouw, zie uw zoon, zoon, zie uw moeder; vs. 28 Mij dorst; vs. 30 Het is volbracht. — Litt.

J. Vinke, De Christi e cruce pendentis vocibus, 1846; E. Nestle, Ch. Caverno, W. B. Smith, Discussion of Christ’s first word on the cross, Open Court 26 (1913), 3. Vooral zijn ze vóór of in de prediking behandeld ; J. H. Gunning J.Hzn,, Het lam Gods op Golgotha, 19162;

Cremer, Schriftgedanken, 1917. ; H. van Bezzel, Die 7 Worte Jesu, 1918; P. J. Smink J.Bzn., De zeven rozen aan het dorre hout.

< >