Krim, - ruim 25.000 K.M.2 groot schiereiland in Z.-Rusland, tusschen de Zwarte Zee en Zee van Azow, bijna geheel van het vasteland gescheiden door een merenstreek. Bestaat uit 2 zeer verschillende deelen, n.l. het N., bijna 3/4 van het schiereiland, is een zeer onvruchtbare zoutsteppe, die zich aansluit bij het groote Z.Russische steppengebied en waar schapenteelt het hoofdmiddel van bestaan is; het kleinere Z. daarentegen wordt gevormd door het 160 K.M. lange Taurische gebergte, Jaïla Dagh, de W. voortzetting van den Kaukasus, hoogste top 1540 M. De Z.-kust heeft een Middellandsche Zeeklimaat, „de Russische Riviera”, met belangrijken wijnbouw en teelt van allerlei zuidvruchten als olijven, sinaasappels, granaatappels en amandelen. Aan deze kust liggen talrijke kasteelen van den Russischen adel, o.a. Livadia, het prachtige buitenverblijf van de gewezen Russische czarenfamilie. Hoofdstad is Simferopol, belangrijke plaatsen zijn verder nog: de vesting Sebastopol, de zeehavens Kertsj en Feodosia en de badplaats Jalta.
Onder de bevolking zijn nog talrijke Tataren. In de 6e eeuw v. Chr. waren op de K. al verscheidene Grieksche koloniën gevestigd, die echter tijdens de Volksverhuizing vernietigd werden. In de Middeleeuwen stichtten Genueezenen Venetiërs er Eupatoria en Balaklawa en vergrootten Feodosia. Van 1440 af was er een Tataarsch rijk gevestigd onder Turksche opperheerschappij, dat echter in 1783 onder Catharina II door de Russen werd veroverd.