Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Krijgsraad

betekenis & definitie

Krijgsraad; wordt in verschillende beteekenissen gebruikt. Een opperbevelhebber, die in oorlogstijd met zijn onderbevelhebbers tijdens de militaire operatiën, overleg pleegt, in een vergadering, omtrent de te nemen maatregelen wordt gezegd krijgsraad te houden. Gewoonlijk geschiedt dit slechts wanneer men voor een zeer gewichtige beslissing staat. In elk geval blijft de opperbevelhebber de verantwoordelijke man en de krijgsraden uit het Napoleontische tijdperk (Oostenrijk), die zeer grooten invloed hadden, bestaan niet meer.

In den Grooten Oorlog werd een bijeenkomst van de opperbevelhebbers der Geallieerden wel krijgs- of oorlogsraad genoemd. Krijgsraden in andere beteekenis zijn de buitengewone rechtbanken, tijdens den oorlog opgericht, die tot taak hebben recht te spreken in gevallen, welke direct met den oorlogstoestand verband houden (standrecht). De bedoeling is een strengere en snellere rechtspleging toe te passen, omdat het oorlogsgevaar die noodzakelijk maakt. De instelling dezer krijgsraden moet te voren worden afgekondigd; zij geven kort en spoedig recht, doch moeten zooveel mogelijk de grondbeginselen van gerechtigheid (onpartijdigheid, verdediging van den beklaagde, enz.) in acht nemen. In den regel kennen zij slechts één straf, de doodstraf. Burgers zoowel als militairen staan voor deze krijgsraden te recht. Vooral gevallen van spionnage worden door hen behandeld. Een derde soort k. zijn de militaire krijgsraden bij land- en zeemacht.

Bij ons is hun samenstelling, bevoegdheid, enz. geregeld door de Wijzigingswet van 31 October 1912 (Stbl. no. 337) omtrent de Regtspleging bij de Landmacht. (Oorspronkelijk het Besluit van den Souvereinen Vorst van 20 Juli 1814, Stbl. no. 85). Voor de Zeemacht geldt ongeveer hetzelfde. Een krijgsraad bestaat thans uit een burger-rechtsgeleerde als president en 4 officieren-leden. Voorts uit een burger-rechtsgeleerde als auditeur-militair (openbaar aanklager) en een officier als secretaris (griffier). Ook worden plaatsvervangers benoemd, terwijl bij gebrek aan actief dienende officieren, gepensionneerde als leden kunnen optreden. Voor de krijgsraden staan terecht militairen tot en met den rang van kapitein (luitenant ter zee le klasse), voor militaire en z.g. commune delicten.

De verdediging van den beklaagde kan geschieden door een advocaat of een officier. De zittingen van de krijgsraden zijn in den regel openbaar, doch in bepaalde gevallen kan aan militairen beneden zekeren rang het bijwonen der zitting ontzegd worden. De instructie van een strafzaak voor den krijgsraad geschiedt door een officier-commissaris. Er zijn drie krijgsraden voor de landmacht, met standplaatsen ’s-Gravenhage, Arnhem en ’s-Hertogenbosch, en één krijgsraad voor de zeemacht te Den Helder. Voorts kent de wet nog krijgsraden in een Belegerde of Berende plaats en krijgsraden te Velde (voor de landmacht) en krijgsraden binnen het Rijk in Europa en elders bij een Vloot, een Eskader of minder Smaldeel, en krijgsraden aan boord van een schip, hetwelk zich alleen bevindt buiten het Rijk in Europa. Ons formeel militair strafrecht is wel bij de jongste wetswijziging ingrijpend herzien, doch berust nog op geheel verouderde grondslagen.

< >