Krayenhoff

betekenis & definitie

Krayenhoff (Cornelius Rudolphus Theodorus), Nederl. luitenant-generaal, geb. 1758; was aanvankelijk geneesheer te Amsterdam, moest echter deze stad in 1793 verlaten; sloot zich aan bij het leger van Daendels, dat vanuit de Zuidelijke Nederlanden N.-Brabant binnengedrongen was. 1795 benoemd tot luitenant-kolonel b. d. generalen staf; 1796 directeur der Hollandsche fortificatiën; verrichtte de zoo noodige waterpassingen. 1799, gedurende den inval der Russen en Engelschen in Noord-Holland, bracht hij de stad Amsterdam aan de landzijde (N. gedeelte) en de zeezijde in staat van verdediging. 1809—10 onder koning Lodewijk minister van oorlog. Bij de inlijving benoemd tot brigade-generaal en inspecteur-generaal der fortificatiën. Maakte deel uit van de 1818 benoemde commissie tot verdediging der Texelsche zeegaten en marineetablissementen te Nieuwediep. 1840 overleden in zijn geboorteplaats Nijmegen.