Krachtsport, worstelen en gewichtheffen. Worstelen wordt onderscheiden in Grieksch-Romeinsch worstelen, hetgeen het meest wordt beoefend en bij juiste toepassing geen gevaar oplevert. (Zie G. A. M. Brands en J. Ploeger, „Het Grieksch-Romeinsch worstelen”). Voorts de „catch as catch can”-methode, veel beoefend in Engeland en het Japansche Ju-jitsu.
Gewichtheffen omvat het links en rechts of tweearmig trekken, drukken en stooten. Bij trekken wordt de ijzeren halter met één of twee handen van den grond getild en in één tempo met gestrekte armen boven het hoofd gebracht; bij drukken wordt de ijzeren halter eerst voor de borst en onder de kin gebracht en daarna langzaam uitgedrukt, totdat de armen gestrekt zijn; bij stooten wordt de halter van de borst af met kracht uitgestooten. De beoefenaren worden verdeeld in 4 klassen, n.l. vedergewicht tot 60 K.G., licht gewicht tot 70 K.G., middengewicht tot 80 K.G. en zwaar gewicht boven 80 K.G. Het leidend lichaam voor de krachtsport in Nederland is de Nederlandsche Krachtsportbond, welke bestaat uit 3 Districtsbonden, n.l. Amsterdam, Rotterdam en ’s-Gravenhage, elk met de omstreken.