Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kraai

betekenis & definitie

Kraai, Corone, geslacht behoorende tot de raafachtigen. Hiertoe behooren de bonte kraai en de kraai (C. corone) of zwarte kraai, 46 c.M. lang; staart 18 c.M.; kleur zwart met blauwen glans op den rug. Broedt in geheel Europa en Siberië; hier te lande overal als standvogel.

Nestelt in boomen; in één boom nooit meer dan één nest. Voeden zich met alles, ook met aas; nuttig door het vernietigen van wild en insecten, schadelijk door het eten van veld- en tuinvruchten en door het dooden van kleine vogels; het nut wint het echter van de schadelijkheid. Slimme, vlugge vogels, die goed te temmen zijn.

< >