Korinthen - of Korinthiërs, de bewoners van de stad Corinthe, bepaaldelijk de Christenen onder hen, aan wie Paulus eenige brieven schreef, waarvan ons een tweetal bewaard bleef in het N. T., thans nog genoemd 1 en 2 Korinthen. Wat wij 1 K. noemen is dus niet meer de eerste. Hij werd geschreven omstreeks 57, mogelijk nog vroeger, uit Klein-Azië. De brief loopt vooral over brandende kwesties op zedelijk gebied en vragen om inlichtingen, die door Paulus worden beantwoord: partijschap, menschenwijsheid, bloedschande, proceswoede, huwelijkskwesties, heidensche offermaaltijden, apostelrechten, avondmaal, aanstoot geven, het optreden der vrouw, geestesuitingen, het hoofdstuk der liefde, loochening van de opstanding en persoonlijke mededeelingen.
Al of niet na een tusschenbezoek en een tusschenbrief, dien sommigen in 2 Kor. 10-13 zoeken, zond Paulus hun wat wij nu 2 K. noemen uit Macedonië, denkelijk nog in hetzelfde jaar. Deze brief is de meest persoonlijke, dien we van Paulus hebben en daarom, hoewel vol van groote moeilijkheden, bijzonder de aandacht waard. De hoofdpunten zijn: Troost, zelfverdediging, een geval van tucht, Oud en Nieuw Testament, Paulus’ ambt, stervensmoed, heidensche smetten, ware droefheid, milddadigheid en kollekten, een krasse zelfverdediging tegenover Joodschgezinde drijvers. Over het laatste zie men de artikelen PAULUS en JUDAISME. Paulus’ optreden en correspondentie blijkt naar luid van latere litteratuur een volledig succes te hebben gehad. Er zijn nog meer brieven aan de K. bekend buiten den kanon en van andere schrijvers.
Hierover zie men 1 en 2 CLEMENS. Over K. is zeer veel litteratuur, die volledig wordt opgesomd bij A. van Veldhuizen, Paulus’ brieven aan Korinthe, in „Tekst en Uitleg”, 1916. Het kortste overzicht is K. Aner, Aus den Briefen des Paulus nach Korinth, Rel. gesch. Volksbücher, 1913. Vgl. ook P. Biesterveld, Corinthe’s gemeente ten tijde van Paulus, 1907.