Kollergang - of kollermolen, een maalinrichting, bestaande uit een grondplaat, waarover twee zware rollen wentelen; deze worden aangedreven door een draaiende verticale spil, waaraan ze scharnierend zijn opgehangen. Grondplaat en rollen kunnen van hardsteen, graniet of gietstaal zijn. De lediging geschiedt door zeefplaten in den bodem of door een gat in het midden, waarheen dan het maalgoed met behulp van speciale leidschoepen wordt gevoerd. Ook bij lediging aan den omtrek door zeefplaten zijn toch schoepen aanwezig om het maalgoed voortdurend onder de rollen te schuiven.
De malende werking van een k. berust, behalve op de zuiver verbrijzelende werking van de rollen door hun gewicht, ook vooral op de schuivende wrijving, die optreedt, doordat de cylindrische (met conische !) rollen gedwongen worden in een cirkelbaan te wentelen. Slechts een oneindig dunne, dus plaatvormige rol zou hierbij zuiver kunnen rollen. Zijn de rollen door het gebruik conisch geworden (met den top van den kegel naar binnen gekeerd), dan verliest de molen aan productiviteit en moeten de rollen weer bijgeslepen worden. Kollergangen hebben het voordeel, niet fijner te malen dan verlangd wordt. Ze worden daarom, ondanks hun betrekkelijk groot krachtverbruik, toch nog veel gebruikt, vooral in ohepletterijen, kruitfabrieken en in de keramische industrie. Het malen kan naar verkiezing nat of droog geschieden.