Koliek - een plotselinge, heftige pijnaanval. Men spreekt van darmk. wanneer, onder gasvorming, krampachtige samentrekking van het darmkanaal optreedt; galsteenkoliek als een galsteen beklemd raakt, niersteenkoliek, enz.— Wat de huisdieren betreft vooral van beteekenis bij het paard. Een lichte koliek geeft het te kennen door krabben met de voor- en stampen met de achterhoeven, door herhaaldelijk gaan liggen en telkens omzien naar den buik. De eetlust is in den regel geheel verdwenen, de ontlasting van mest verschillend naar gelang van de oorzaak.
Een hevige koliek gaat bovendien gepaard met wentelen en hevig slaan met hoofd en beenen, terwijl het ligt. Men onderscheidt wel ware en valsche kolieken en bedoelt dan met de ware, die welke haar oorzaak hebben in de digestieorganen, maag, darmen of lever, en met de valsche, die welke het gevolg zijn van aandoening van andere buikorganen, het urine- of het geslachtsapparaat. De ware kolieken worden verreweg het meest waargenomen. Ze kunnen het gevolg zijn van krampen, ontsteking of overvulling van maag of darmen, van verstopping der darmen door vasten of vreemden inhoud, door wormen, door verstopping van bloedvaten der darmen en bijgevolg versterf van deze, of ook door liggingsverandering, hetzij dan draaiing, inschuiving, lus- of knoopvorming of inklemming en ten slotte van ontsteking van buikvlies of lever. Het gevaar verbonden aan koliek is afhankelijk van de oorzaak. Bij andere dieren dan het paard geeft koliek zich niet door zulke heftige verschijnselen te kennen. Bij het rund ziet men alleen herhaald gaan liggen en stampen met de achterbeenen; bij den hond nu en dan janken en wat onrust; en deze verschijnselen ziet men nog maar alleen dan, wanneer het paard reeds heel hevige koliek zou hebben.