Klondyke - Zijriviertje van de Yukon in het Canadeesche district Yukon nabij de grens met Alaska. Het Klondyke-gebied heeft buitengewone vermaardheid verkregen door den fabelachtigen rijkdom aan goud in 1896 ontdekt door G. H. Cormacks. De goudvelden beslaan een oppervlakte van 2100 K.M,2 tusschen Klondike River, Flat Creek, Dominion Creek en Indian River.
Het is een hoogvlakte van talrijke diepe en breede dalen doorsneden, die slechts op enkele plaatsen met wat laag hont zijn begroeid. De meeste gesteenten bevatten geen fossielen, waardoor de geologische ouderdom niet juist is aan te geven men schat ze paleaozoïsch.
De exploitatie van de rijke goudlagen gaat met ongelooflijke moeilijkheden gepaard, vooral een gevolg van het ongunstige klimaat. Reeds de reis was voorheen verbazend moeielijk over den 1070 M. hoogen Ohilcootof 883 M. hoogen Whitehorse pas. Tegenwoordig gaat een spoorweg van 179 K.M. lengte van Skagway naar Whitehorse. De eigenlijke exploitatie wordt verzwaard door het onbewoonbare land, zoodat alle voedsel, enz. aangevoerd moet worden ; door de lange winternachten, maar vooral door de groote koude (tot 55° C. onder nul). De grond moet eerst door heete steenen, houtvuren of damp ontdooid worden. Dawson City groeide na 3 jaar aan tot een stad van 35.000 inw. Tot 1902 had de totale productie een waarde van ongeveer 200 millioen gulden, de laatste jaren is de productie achteruit gaande.