Klatèn - 1) afd. en regentschap der res. Soerakarta, behoorend tot het gebied van den Soesoehoenan. De afd. heeft bijzonder belang door het groote aantal Europ. landbouwondernemingen ; in de vruchtbare vlakte vindt men 12 suikerfabrieken en 18 tabakslanden, terwijl tegen de hellingen van den Mërapi ondernemingen voor koffie, cacao, enz. gevestigd zijn.
Op een hoogte van 250—400 M. vindt men om den Mërapi een strook met talrijke bronnen, zoodat de terreinen daar beneden buitengewoon goed van irrigatiewater voorzien zijn, zoodat in dit deel de suikerondernemingen en bijna alle tabakslanden der afd. gelegen zijn. In deze afd. vindt men ook de omstreeks 1907 opgerichte Wanten Poesoer-waterschappen, die aan vaak hoogloopende meeningsverschillen der landhuurders omtrent de beschikking over het irrigatiewater een einde gemaakt hebben; met het Pèngging-waterschap zijn dit de eerste waterschappen in Indië geweest. Bev. in 1915 plm. 61.000 zielen, w.o. plm. 1250 Europ. en plm. 2200 Chin.
2) Hoofdpi. der gelijkn. afd., 180 M. hoog, a. d. spoorweg Solo—Djokjakarta, met plm. 8000 inw. w.o. plm. 300 Europ. en plm. 1000 Chin. (1905); hier zijn gevestigd de proefstations voor Vorstenlandsche tabak en voor de suiker.