Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kinkel (gottfried)

betekenis & definitie

Kinkel (Gottfried), Duitsch dichter, 1815—82; hij was theoloog, werd prof. in de philosofie te Bonn, nam in 1848 en ’49 aan revolut. op standen deel en werd daarvoor tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld; hij wist echter te ontvluchten (1850) en bracht zijn verder leven te Londen en Zürich door. Zijn politieke gedichten zijn snel verouderd, terwijl enkele innige lyr. gedichten: Trost der Nacht, Es ist so still geworden, enz. en een paar balladen: Petrus, Dietrich von Berne en Cäsar, die door verheven en welluidende taal uitmunten, tot nu toe bekend bleven. Zeer beroemd was langen tijd zijn iets te lieflijke en bevallige vertelling : Otto der Schütz (1843), die door de jeugd nog graag gelezen wordt; pittiger is het kleine epos Der Grobschmied von Antwerpen (1868); verder schreef K. nog eenige goede novellen, o. a. Margret.

< >