Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kiesdistricten

betekenis & definitie

Kiesdistricten - een land, een gewest, en menigmaal ook een groote gemeente, wordt in districten verdeeld, waardoor van één groote verkiezing een aantal kleine verkiezingen wordt gemaakt. De k. zijn in de eerste plaats een middel ter vergemakkelijking van het verkiezingswerk. In de tweede plaats hebben de k. ten doel een band te leggen tusschen een afgevaardigde en een bepaalde landstreek, waardoor deze afgevaardigde kan beschouwd worden als zijnde meer in ’t bijzonder belast met de bepleiting der plaatselijke belangen van die streek. Ten derde is beweerd, dat de k. zouden zijn een middel om te komen tot vertegenwoordiging van minderheden.

Een richting, welke een minderheid vormt in heel het land, kan toch de meerderheid hebben in een bepaald deel van het land, en zal dus bij k. een of meer harer candidaten in het vertegenwoordigend lichaam kunnen brengen. De k. zijn echter een middel, waardoor de vertegenwoordiging van minderheden slechts mogelijk, maar geenszins zeker wordt gemaakt. Zeer veel hangt af van de wijze der verdeeling in districten. Meermalen is voor een partij, die tijdens de regeling of wijziging daarvan de meerderheid in handen had, de wijze van verdoeling een middel geweest om ten nadeele van haar tegenstanders te influenceeren op verkiezingen. Een ernstig bezwaar tegen k. is, dat het niet goed mogelijk is de districten even groot te maken. Vandaar steeds zeer ongelijke kiezerssterkte. Een stem in het kleine district heeft grootere waarde dan een stem in het groote. Terecht is daarom opgemerkt, dat verdeeling in k. eigenlijk was de invoering van een verkapt meervoudig stemrecht.

Een ander groot bezwaar der k. is, dat in de districten, waar de elkaar bestrijdende partijen nagenoeg tegen elkaar opwegen, de uitslag der verkiezing steeds afhangt van zéér enkele stemmen, die nu eens aan deze, dan weder aan gene partij ten deel vallen. Het gevolg was, dat op de honderdduizenden kiezers, die ter stembus komen, steeds een groepje van slechts enkele honderden het in de hand had. Vandaar dat telkens de meerderheid omsloeg. Nog een bezwaar is, dat zij zoo licht gekozen worden, die om allerlei redenen in eenig district groote populariteit genieten, terwijl mannen van erkende groote bekwaamheid niet gekozen kunnen worden, omdat zij in geen enkel district de meerderheid halen. De bezwaren vervallen, zoodra die verdeeling enkel een administratief karakter draagt, gelijk dat bij sommige stelsels van Evenredige Vertegenwoordiging het geval is. Dan zijn de stemmen der kiezers niet langer opgesloten binnen de grenzen van het district waar zij werden uitgebracht, maar hebben zij ook buiten het district uitwerking.

< >