Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kh’ang hsi

betekenis & definitie

Kh’ang hsi, - ook geschreven Kang Hi, een der beroemdste Chin. keizers der Mandsjoe of To’ing dynastie (1662—1723 n. C.). Zijn regeeringstijdperk was er niet zoozeer een van schepping als wel van schitterende compilaties, van kolossale encyclopedies en dictionaires. De „Dictionaire van Kh’ang Hsi” is het standaard-woordenboek der Chin. taal, en is onder zijn leiding bewerkt. Hij is ook de schrijver van het z.g. „Heilig Edict” („Sheng Yië”), een standaard-werk voor universeele opvoeding, dat, met de commentaren daarop van keizer Yoeng Tsing, tweemaal ’s maands in alle steden door de autoriteit wordt voorgelezen. Onder zijn regeering werden Jezuïeten in Peking toegestaan, een kathedraal aldaar te bouwen, en hij koos Jezuïeten-zendelingen als opvoeders voor zijn kinderen.

Met zijn goedvinden werden vele Chin. edelen van ’t hof en hun families tot het Christendom bekeerd, en wellicht zou hij zelf ook het Christendom hebben aangenomen, toen een besluit van den Paus verklaarde, dat een Chinees, om Christen te zijn, al zijn voorvaderlijken eeredienst en de moraal van Confucius moest afzweren. Hij waarschuwde Europa voor de kolossale fout, die hier gemaakt werd, maar tevergeefs, en van dien tijd af dateert de afkeer voor het Christendom in China. Onder zijn regeering ontstond een sterk handelsverkeer met Europa. Hij onderhield een vriendschappelijke correspondentie met Lodewijk XIV van Frankrijk. De schoone kunsten, o. a. de porselein-kunst, bloeiden zeer onder hem. (Zie CHIN. PORSELEIN). Onder dezen keizer strekte China zich uit van de Siberische grens tot Cochin-China, en van de Chin. Zee tot Turkestan.

< >