Key (ellen) - Zweedsche feministe en schrijfster, geb. 1849 te Sundsholm (Smaland), genoot bijna uitsluitend huisonderwijs, was op haar 18e jaar reeds zeer belezen in Shakespeare, Goethe, Spencer en Ibsen, richtte als 19-jarige een Zondagsschool in haar geboorteplaats op voor de jeugd, hielp haar vader, den radicalen afgevaardigde in den Rijksdag, als secretaresse, nam ijverig deel in de vrouwenbeweging door ’t schrijven van artikels in tijdschriften, volgde van 1871 tot ’73 de lezingen aan de kunstacademie te Stockholm en die van Björnson over de volksopvoeding, bezocht in ’73 met haar vader de Wereldtentoonstelling in Weenen, bestudeerde daar de verbeter- en weeshuizen en werd in ’80 — toen haar vader, door de landbouwcrisis zijn vermogen had verloren — onderwijzeres aan een bijzondere meisjesschool, tevens gedurende 20 jaar een cursus voor vrouwen van arbeiders en lezingen houdende in verscheidene steden van Zweden. In 1890 bezocht ze Parijs, München, Weimar, Berlijn en voor den derden keer ook ons land. Haar veelvuldige bewonderaars brachten op haar 70en jaardag een som bijeen, om haar in staat te stellen haar woning „Strand” als vacantieoord voor werkende vrouwen na te laten. Van haar werken, meerendeels in onze taal vertaald, noemen wij: De misbruikte krachten der vrouw (1896); De Ethiek van Liefde en Huwelijk (1904); Moeder en Kind (1908); De Vrouwenbeweging (1909). — Inzonderheid werd zij bekend door haar De Eeuw van het Kind (1903), waarin zij krachtig opkomt voor een natuurlijke opvoeding, die de individualiteit van het kind volkomen eerbiedigt en tot ontwikkeling brengt.
Zij staat sterk onder den invloed van Rousseau en Nietzsche. Vele denkbeelden, door haar uitgesproken, vindt men terug bij Dr. Montessori (A.).
