Keur, - 1) of willekeur, verordening van een stad of plattelandsdistrict, dorp, ambacht, polder, enz. Het recht van keur (= het recht om keuren te maken) werd veelal opzettelijk door den landsheer verleend, doch ook zonder dat het haar verleend was, hebben steden het zich wel aangematigd. Plattelandskeuren werden veelal door den landsheer, later door de Staten, opvolgers van den landheer of door het Hof Provinciaal goedgekeurd.
2) Politieverordening van een waterschap; zie de wet van 20 Juli 1895, Stb. 1391.
3) Zie WAARBORG VAN GOUDEN EN ZILVEREN WERKEN.