Keuper - (aardk.), de jongste lagenserie van den trias; typisch ontwikkeld in Duitschland in den vorm van 250 tot meer dan 600 M. dikke complexen. Deze bestaan in hoofdzaak uit landafzettingen, welke in poelen, brakwatermeren en riviervalleien gevormd zijn. Kool-, gips- en zoutlagen maken van het complex deel uit, de eerste in den Kohlenkeuper, de beide laatste in den Hauptk. Zuiver mariene afzettingen zijn alleen uit de oudste lagen (Lettenkohle) en de jongste zones (Grensdolomiet en Rhat) bekend.
Belangwekkend zijn de overblijfselen der landdieren en der landflora. (Zie plaat Trias, III). Onder de eerste zijn vooral de stegocephalen en de sauriërs merkwaardig. Uit den keuper van Zwaben zijn de oudste overblijfselen van zoogdieren bekend, nl. kleine tandjes en onderkaakfragmenten met kenmerken van de tanden der buideldieren.