Kerkegoed, - in de R.-Kath. kerk het vermogen, dat in eigendom van de kerk is of van een kerkelijk instituut. In wijderen zin verstaat men onder k. voorwerpen, die door wijding (consecratie of benedictie) een bepaalde cultusbestemming gekregen hebben, b.v. kerkebouwen, kelken, gewaden; deze behooren dikwijls, maar niet altijd, tot het eigendom der kerk; het is simonie, wegens de wijding een hoogeren geldelijken prijs voor genoemde voorwerpen te verlangen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
