Kerk (ned. hervormde), - omvat de Nederduitsrh hervormde, de Waalsche, Presbyteriaan sch-Engelsche en Schotsche kerken in het koninkrijk der Nederlanden. Aanvankelijk stond ze onder de Dordtsche kerkorde, maar heeft een nieuwe organisatie sedert 1816, die eenigszins gewijzigd is in 185°. Ze bestaat uit gemeenten, deze weer uit lidmaten. Haar inrichting is presbyteriaal-synodaal.
De gemeenten zijn saamgevoegd tot classes (de 138 ringen hebben slechts de regeling van predikbeurten en dgl. door predikanten), die vertegenwoordigd worden door de classikale vergaderingen. De loopende zaken worden door het Class. Bestuur afgedaan. Zie CLASSIS. De classes zijn gegroepeerd tot 10 provincialeressorten,daar Limburg bij N.-Brabant wordt gerekend. Deze worden bestuurd door de provinciale kerkbesturen. De provinciale ressorten culmineeren weer in de Algemeene Synode, die alleen in de maanden Juli-Aug. zitting heeft en anders door de Synodale Commissie wordt vervangen. De synode wordt gekozen uit en door de prov. kerkbesturen en telt 19 leden benevens 2 adviseerende en 2 praeadviseerende leden.
En door haar historie èn door haar zielental heet de K. de „groote” en kan ze in zekeren zin heeten de volkskerk van Nederland. Thans telt zij 44 classes, 1364 gemeenten met 1654 predikantsplaatsen. Volgens de schriftelijke kerkvisitatie van 1918 telt ze ruim 3 millioen leden (Hand. Alg. Syn. 1919, bl. 108). Wellicht is dit getal te hoog door globale opgaven, maar dat van de volkstelling van 1910: 2.588.261 was toen reeds vermoedelijk te laag, omdat vele Hervormden zich daarbij met den ouden naam opgaven als „van de Gereformeerde kerk”, wat tot verwarring leidt met de Gereformeerde kerken. Het officieel orgaan is het Weekblad der Ned. Herv. Kerk; de officieele gegevens van de Synode vindt men in de Handelingen der 105de gewone vergadering van de Algem.
Synode ten jare 1920. — Tot de Ned. Herv. Kerk behooren ook de 16 Waalsche gemeenten, met 24 predikanten, welke gemeenten haar eigen bestuur hebben in de Waalsche Commissie ; en voorts nog drie Engelsch-presbyteriaansche gemeenten met twee predikanten te Amsterdam, Middelburg en Vlissingen en één Schotsche gemeente te Rotterdam, welke onder de respectieve classicale besturen en provinciale kerkbesturen ressorteeren. — Verdere gegevens in H. W. L. van Alphen’s Nieuw Kerkelijk Handboek, 1919, beknopter in H. C. Briet en G.J. v. d. Flier Jr., Jaarboek van de Ned. Herv. Kerk. — Voorzitter der Synode is Dr. G. J. Weyland, pred. te Veere, secretaris Ds. L. W. Bakhuizen van den Brink, quaestor-generaal Mr. S. J. Hogerzeil.-—Vgl.
H.H. Barger.De Ned. Herv. Kerk in haar tegenwoordige inrichting (Kerk en Secte); G. J. Vos Azn., Gesch. der Vaderl. Kerk, 1881-82; J. ReitsmaL. A. v. LangeraadJ. LindeboomF. Reitsma, Gesch. van de Hervorming en de Ned.
Herv. Kerk in Nederland 1914-163; Ë. Knappert, Gesch. v. d. Ned. Herv. Kerk, 1911-12, Kerkelijk leven, II, 1919, 3 vl. Haar wetten en reglementen, waarvan de grondwet is het Algemeen Reglement, bij Douwes en FeithJ. Knottenbelt, Kerkelijk Wetboek, 1914 (daarna nog 3 aanhangsels).