Kantje

betekenis & definitie

Kantje, - een aan boord gepakt vat haring, inhoudende van 600 tot 1000 stuks, afhankelijk van de grootte der haring. Deze vaten hebben een uitwendigen diameter van 540 m.M. en een lengte van 730 m.M. 17 zulke kantjes worden een last genoemd. Aan den wal worden de vaten overgepakt en van ± 17 kantjes ± 14 volle vaten gemaakt. De loggers bergen tot 600 a 700 kantjes, de bommen tot 400.