Kansas, - een der staten van de Ver. Staten, met een oppervlakte van 212.580 K.M.2 en 1.830.000 inw. in 1916 (in 1880 nog maar 996.000). De staat behoort door de Kansas en de Arkansasrivier geheel tot het stroomgebied van de Mississippi. K. ligt geheel in het gebied der Plains, de oude prairiën, waar de cowboys steeds meer door de farmers worden verdrongen.
In 1910 waren er niet minder dan 178.000 boerderijen. De belangrijkste landbouwproducten zijn mais, waarvan de opbrengst in 1914 ongeveer 40 millioen H.L. bedroeg, en tarwe met een opbrengst van ongeveer 64 millioen H.L. De oogst is echter zeer wisselvallig. Sommige jaren leverde K. de meeste tarwe van de Unie. Naast deze hoofdproducten verdienen vermelding de verbouw van haver, gerst, vlas en aardappels, terwijl alleen in deze staat het z.g.n. negerkoren groeit. De veeteelt, eenmaal het eenige middel van bestaan, is nog steeds zeer belangrijk. Het gebrek aan water voor de akkers maakt op menige plaats een verdere uitbreiding van den landbouw onmogelijk, terwijl de veeteelt daarentegen voor een grootere ontwikkeling vatbaar blijft.
Ook als mijnbouwland heeft K. beteekenis. In 1914 leverde het bijna 7 millioen ton steenkool op en bijna 500 millioen L. petroleum. Verder levert het in belangrijke hoeveelheid zink, gips, portland cement en vooral zout. De geheele mijnbouwproductie heeft een waarde van ongeveer 70 millioen gulden. Hoofdstad is Topeka met 48.000 inw., terwijl Kansas City 97.000 inw. telt en Wichita 68.000.