Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kaliumnitraat

betekenis & definitie

Kaliumnitraat - kalisalpeter, salpeter (van Lat. sal petrae), conversiesalpeter, salpeterzure potasch, KNO3; reeds aan den alchemist Geber in de 8e eeuw bekend; eerst Baco (12e eeuw) kende zijn eigenschap, met koolstof en zwavel gemengd, te ontploffen (buskruit). De naam nitrum, oorspronkelijk sol nitri, werd door Raymundus Lullus ingevoerd. Het k. vormt zich in de natuur door de ontleding van stikstofhoudende organische stoffen, onder invloed van bacteriën en bij tegenwoordigheid van kaliumzouten. Daarom wordt het in de bovenste aardlagen gevonden en overal daar waar dierlijk afval langzaam verteert.

Men is er toe overgegaan de salpeter in z.g. salpeterplantages te bereiden, door afvalstoffen, gemengd met materiaal dat sterke basen bevat, zooals puin, mergel en houtasch, tot hoopen te vormen en deze met urine regelmatig te begieten en na voldoende omzetting, welke van een week tot enkele jaren kon duren, aan een systematisch uitloogingsproces te onderwerpen. Tot aan het jaar 1850 werd de behoefte aan salpeter op deze wijse gedekt. Toen echter in den Krimoorlog deze voor militaire doeleinden buitengewoon steeg, is men er toe overgegaan de Chilisalpeter met kaliumzouten tot kalisalpeter om te zetten. Dit gelukte op technisch volkomen wijze door middel van kaliumchloride. De verkregen salpeter heette conversiesalpeter. De productie van deze laatste krijgt tegenover de andere salpeterproductie een steeds meer overwegende beteekenis.

De k. is in zuiveren toestand een witte stof, die in fraaie rhombische kristallen kan worden verkregen, bij 339° smelt en bij iets hoogere temperatuur reeds teekenen van ontleding vertoont. Het lost gemakkelijk en onder aanzienlijke warmteabsorptie in water op: 100 gram water kunnen bij 20° 31½ gram salpeter oplossen. In tegenstelling met het natriumnitraat is het niet hygroscopisch, reden waarom het in de meeste explosieve of gemakkelijk brandbare mengsels niet door het veel goedkoopere natriumzout kan worden vervangen. Ook in alkohol is k. oplosbaar. Bij verhitting geeft k. zuurstof af, waarop zijn gebruik in het oude buskruit, een mengsel met zwavel en koolstof, berust. De aanwezigheid van het vaste kaliumzout in de reactieproducten veroorzaakt de rook, die dit ouderwetsche buskruit in het nadeel bracht tegenover de moderne explosiemiddelen.

< >