Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kâlidâsa

betekenis & definitie

Kâlidâsa - de meest beroemde Indische dichter, omtrent wiens juisten leeftijd en verdere bijzonderheden echter zeer weinig bekend is. Het meest waarschijnlijk is wel de meening, dat hij geleefd heeft aan het hof van een koning Wikramâditja in de 6de eeuw n. C., welken tijd men overigens als het bloeitijdperk der Indische poëzie beschouwt. Hij is vooral bekend als de dichter van het beroemde drama Cakuntalâ, het meest bekende der Indische tooneelstukken, waarvan de stof ontleend is aan het Mahâbhârata, door K. kunstig omgewerkt. Dit drama is in verschillende lezingen bewaard gebleven, en werd herhaaldelijk uitgegeven en vertaald; wij noemen hier alleen de vertaling van dr.

H. Kern: Cakuntalâ of Het herkenningsteeken (Haarlem 1862), de eerste proeve eener volledige vertaling uit het Sanskrit in het Nederlandsch. Nog een tweetal drama’s is ontwijfelbaar zeker van K. afkomstig: Vikra môrvaçî (of Urvaçî) en Mâlavikâgnimitra; in het eerstgenoemde wordt de liefdesgeschiedenis behandeld der nimf Urvaçî en koning Purûravas; het tweede is een tooneelstuk, waarvan het onderwerp de liefdeshistorie is van Mâlavikâ en koning Agnimitra. Ook deze beide zijn herhaaldelijk uitgegeven en in de moderne talen vertaald, o. a. in het Nederlandsch door J. v. d. Vliet, Danseres en Koning (Haarlem 1882). Bovendien worden aan K. nog toegeschreven de epische gedichten: Kumârasambhava (De geboorte van den krijgsgod) en Raghuvamça: voorts het lyrische gedicht Meghadûta (Wolkenbode) en eindelijk de Ritusamhâra (Vereeniging der jaargetijden). De Nalodaja, waarin de geschiedenis van Nala en Damajanti wordt behandeld, is onecht en behoort zeer waarschijnlijk aan Ravideva, den zoon van Nârâjana.

< >