Jakoetsk, - 1) provincie in Oost-Siberië, generaal-gouvernement Irkoetsk, groot 3.963.360 K.M.2, met 328.000 inw. Zij omvat een groot deel van het Siberische tafelland: een laag plateau, waarin de rivieren diep ingesneden dalen hebben gevormd en waarboven zachtgolvende hoogere bergketens, als het 1000 a 1500 M. hooge Werchojansk-gebergte, zich verheffen. Hooger is het Zuidelijk gebied, zooals het Aldanplateau en deelen van het Jablonoi en Stanowoi gebergte, waarvan het laatste de grens met de Kustprovincie vormt. Hier verheft zich het uit graniet en gneiss bestaande Teptorgo-gebergte tot 1930 M. De N.-kust is op de delta’s der grootste rivieren na, steil.
De voornaamste rivier is de Lena. — Het klimaat is het meest continentale en, buiten dat van het Zuidpoolcontinent, het koudste van de wereld. Jakoetsk (62° N.B.) heeft een jaartemp. van 11,1°, een Jan.van -42,9° een Julivan 19°, in Werchojansk (67°34' N.B.) zijn deze cijfers resp. -17,2°, -51,2° en +15°. De laatste plaats heeft een absoluut minimum van -69,8°! De ondergrond is dan ook steeds bevroren. De neerslag is gering: Jakoetsk 348 m.M., Werchojansk 99 m.M., het maximum valt in den zomer. Het N. en de hoogste deelen zijn met Toendravegetatie bedekt, in het overige gedeelte onafzienbare naaldwouden: de z.g. taiga. In het Zuiden wordt nog aan landbouw gedaan (gerst en haver); de veeteelt levert paarden en runderen, terwijl de toendrabewoners rendieren houden.
Overigens leven de woudbewoners van jacht op pelsdieren, de kust- en rivierbewoners van visscherij. Goud wordt gevonden in de districten Olekminsk en Wittimsk. — 2) hoofdplaats van het vorige, 8200 inw., aan de Lena, die ’s zomers door stoomschepen bevaren wordt. Het stadje heeft ongeplaveide straten, houten huizen, maar veel kerken. Het is de hoofdstapelplaats van den Siberischen pelshandel en van fossiel ivoor. Drukke jaarmarkt.