Iulius

betekenis & definitie

Iulius - 1. I. Capitolinus, een der zes Scriptores Historiae Augustae, een verzameling biographieën van de Rom. keizers Hadrianus tot Numerianus (117-284) uit den tijd van Theodosius. — 2) I. Paris, zie VALERIUS MAXIMUS. — 3) I. Paulus, tijdgenoot van Papinianus en Ulpianus, van wien, behalve uittreksels uit zijne talrijke grootere werken (86 werken in 319 boeken) in de Pandecten van het Corpus Iustinianum, in verkorten vorm Sententiae ad Filium in 5 boeken bewaard zijn. — 4) I. Romanus, plm. 230, uit wiens grammaticaal werk Elementen in het Grieksch Charisius geheele hoofdstukken woordelijk heeft overgenomen. — 5) I. Valerius, plm. 300 n. C., vertaalde de romantische levensgeschiedenis van Alexander den Gr. door Pseudo-Callisthenes (Res gestae Alexandri Macedonis translatae ex Aesopo graeco, 3 boeken), welk werk de hoofdbron voor de middeleeuwsche bewerkingen der Alexander-sage is geworden.