Iphigenia - (Bij Homerus Iphianassa), de dochter van Agamemnon en Clytemnestra. Toen de Grieken met hun vloot in de haven van Aulis gereed lagen om naar Troje uit te zeilen, doch door de godin Artemis, die op Agamemnon vertoornd was, door windstilte daarin verhinderd werden, zou op raad van den ziener Calchas, die verklaarde dat de godin niet anders verzoend kon worden dan door den dood van I., deze aan Artemis geofferd worden. Onder voorwendsel dat zij met Achilles zou huwen, werd zij in het leger gebracht, doch toen zij naar het altaar gevoerd werd om geofferd te worden, nam Artemis haar weg en bracht haar naar Tauris (het schiereiland van de Krim), en in haar plaats offerde men toen een hert, dat door Artemis gezonden was.
Door de godin was zij intusschen aangesteld als haar priesteres en zij moest, volgens de onmenschelijke gebruiken van het land, ieder aankomenden vreemdeling op haar altaar brengen; toen nu haar broeder Orestes, die op bevel van het orakel het beeld van Artemis moest ontvoeren en naar Attica brengen, met Pylades in den tempel aankwam en geofferd zou worden, ontdekte I. in hem haar broeder en ontvluchtte met hem en met het beeld der godin. — Het offeren van I. vinden wij zoowel op antieke reliefs (o. a. in Florence) als op Pompejaansche wandschilderingen voorgesteld. Ook haar optreden als priesteres in Colchis schijnt een geliefkoosd onderwerp der oude schilderkunst geweest te zijn.