Introïtus - (Lat. ingang), in de R.-Kath. kerk het eerste der voor elken dag veranderlijke gebeden der H. Mis, dat oorspronkelijk bestond uit een geheelen psalm, die door het koor gezongen werd, doch thans alleen bestaat uit een meestal aan den bijbel ontleende spreuk, gevolgd door een psalmvers ; daarop het „Gloria Patri”, enz. (dit ontbreekt in de Missen voor overledenen), waarna de eerste spreuk herhaald wordt. De I. wordt door den priester, na de gewone inleidende gebeden aan den voet des altaars, uit het misboek aan de e.pistelzijde van het altaar gelezen, en alleen in de hoogmis door het koor gezongen, zoodra de priester aan het altaar komt. In ruimeren zin wordt het geheele eerste gedeelte der Mis I. genoemd. Aan de begin-woorden van den respectieven I. ontleenen voorts de Zondagen van de Vasten en die na Paschen hun naam, zooals „Invocabit” enz. — In de Ooster sche liturgie is I. het binnenbrengen van het Evangelieboek (kleine I.) en van de offergaven (groote I.). In den korteren vorm werd de I. ook door de hervormers in de Protestantsche liturgie overgenomen en bleef hij in enkele kerkgenootschappen (zooals bijv. in Mecklenburg) nog bestaan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk