Insectenwas - of Chineesche was is een uitscheidingsproduct van de Coccus ceriferus; het wordt uitsluitend in China en hoofdzakelijk in het district Chiating verkregen. Het insect behoort thuis in het Chienchang-dal, dat dicht bezet is met altijd groene boomen (Ligustrumsoorten); in Maart en April bedekken deze zich met schubben, waaronder ’t vol kleine bruine insecten is. Deze produceeren daar geen was, maar de Chineezen brengen deze schubben met de insecten en hun eieren, netjes in papier verpakt, des nachts over naar het 200 mijl N.O. gelegen district Chiating; overdag is het te warm en zouden de insecten er uitkruipen. Deze insectenoogst vindt meestal in het eind van April plaats.
In Chiating is een groote vlakte, dicht bedekt met den zoogenaamden witten wasboom (een Fraxinussoort). Aan de takken daarvan worden de schubben nu opgehangen. De insecten kruipen er uit, verspreiden zich over den boom en beginnen de wasvorming. Na 3 maanden, wanneer de takken met een waslaag van ongeveer 6 m.M. dik zijn bedekt, begint de inzameling van het was. Men neemt eerst met de hand zooveel mogelijk was weg, dat ter zuivering in heet water omgesmolten wordt. Daarna worden de takken afgesneden en in kokend water geworpen om het verdere was te winnen; dit geeft een donkerder product. Daar hierbij de insecten sterven, moeten jaarlijks nieuwe uit het Chienchang-dal aangevoerd worden. — Chineesche was is een witte kristallijne massa, die in China en Japan gebruikt wordt als kaarsenmateriaal (tot het overtrekken van talkkaarsen) en tot het appreteeren van papier en weefsels. Het bestaat grootendeels uit cerotinezure cerylester, naast palmitinezure cerylester en vrije cerylalkohol.
