Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Inboedel

betekenis & definitie

Inboedel - Waar in wetten, akten, enz. zonder nadere aanduiding van i. wordt gesproken, moeten daaronder volgens art. 671 B. W. worden verstaan alle roerende goederen met uitzondering van gereed geld, actiën, schuldvorderingen en andere roerende rechten, van koopmanschappen en grondstoffen, van werktuigen tot fabrieken, trafieken of den landbouw behoorende en van bouwstoffen tot bouwen bestemd of van afbraak afkomstig. De uitdrukking „meubelen” of „huisraad” bevat al hetgeen tot den i. behoort, met uitzondering van paarden en levende have, van rijtuigen met hun toebehooren, van edelgesteenten, boeken en handschriften, teekeningen, prenten, schilderijen, beelden, gedenkpenningen, natuurkundige en wetenschappelijke werktuigen, en andere kostbaarheden en zeldzaamheden, van lijflinnen, wapens, granen, wijnen en andere levensmiddelen (571 B. W.). De uitdrukking „een gemeubileerd huis” of „een huis met zijn meubelen” bevat alleen de stoffeering (674 B. W.).

< >