Impressionisten - De vertegenwoordigers van een bepaalde richting in de Fransche schilderkunst, die in de zestiger jaren van de 19e eeuw is opgekomen. In tegenstelling met de tot dusver gevolgde schilderwijze willen de Impressionisten de onvoorwaardelijke en directe terugkeer tot de natuur, m. a. w. zij zoeken de kleuren weer te geven, die het waargenomen object aan hun oog vertoont en verlaten hierdoor het principe van de preciese contour; het licht en de nuanceering der toonwaarden wordt voor hen hoofdzaak. Een tweede axioma van deze richting is het schilderen en plein air. Vooral deze leer heeft de meeste aanhangers gevonden en een volledige ommekeer in de schilderkunst teweeg gebracht.
In Frankrijk behooren Corot, Courbet en Eduard Manet tot de eerste en voornaamste impressionisten. Andere voorgangers zijn Bastien-Lepage en l’Hermitte in Frankrijk, Frits von Uhde en Liebermann in Duitschland, terwijl de geheele schilderkunst van vóór omstreeks 1910 zich op deze voorgangers inspireert. De voornaamsten onder de lateren zijn behalve Manet, Claude Monet, Pissarro, Renoir, Sisley, Degas en Boudin. Litt.: Duranty, La nouvelle peinture (Par. 1876); Duret, Les peintres impressionistes (Par. 1878) ; Lecomte, L’art impressioniste (Par. 1892) ; Muther, Gesch. der Malerei im 19. Jahrhundert, Bd. 2 ; Mauclair, L’Impressionisme, son histoire, son esthétique, ses maîtres (Par. 1903) ; Meier Gräfe, Der Moderne Impressionismus (Berl. 1903); Weisbach, Der Impressionismus. Zie verder het artikel IMPRESSIONISME.
