Huygens (constantijn) - heer van Zuylichem, Nederl. dichter, geb. 1596 te Den Haag, overl. ald. 1687, zoon van Christiaan Huygens, secret, van den Raad van State, ontving een veelzijdige opvoeding. In 1616 en ’17 bezocht hij de Leidsche Universiteit zonder af te studeeren, ging enkele malen als secr. van een gezantschap naar Engeland, waar hij dichters als Donne leerde kennen. Deed ook een reis naar Venetië als secret, van den gezant Aerssen van Sommelsdijk. Hij werd in 1625 secretaris van Frederik Hendrik, later bij Willem II en Wilrem III.
Van 1661—-65 toefde hij in Frankrijk om het door Lodewijk XIV in bezit genomen prinsdom Oranje terug te krijgen. Als dichter heeft hij zeer veel geproduceerd, zijn werk is niet altijd makkelijk te begrijpen, vereischt nadenken en studie, doet vaak stug en hard aan, is soms gezocht en te vernuftig, hij stelt leering en nuttigheid wat te veel op den voorgrond, heeft echter groote opmerkingsgaven en neemt uitmuntend waar, is een goed kenner van het volk in zijn eigenaardigheden, die hij zeer geestig weet voor te stellen. — Reeds vroeg begon hij te schrijven, ook Latijnsche gedichten: Voorhout (1621), Costelick Mal (een satirisch gedicht, 1622), Zedeprinten(1623—24), Stedestemmen (1624), Scheepspraet (1625), Ovia (1625), Daghwerck (1627—38), Ooghentroost (1647), Hofwyck (1653), Zeestraet (1666—67). Hij verzamelde zijn werk in 19 deelen, Korenbloemen (1658). Afzonderlijk vermeld mag wel worden zijn kluchtspel Trijntje Cornelis, waarin men moeilijk den deftigen, Calvinistischen Huygens herkent; los en levendig, vol humor en geest is het een der beste blijspelen uit de 17de eeuw. Bilderdijk gaf zijn werken nog eens uit in 6 dln. (1824) ; een nieuwe uitgave is die van J. A. Worp (7 dln. 1892).
Verder tal van afzonderlijke uitgaven in het Pantheon, Nederlandsche klassieken enz. Ook zijn brieven zijn door Worp uitgegeven. Behalve deze heeft H. J. Eijmael zich vooral met Huygens bezig gehouden (uitgave van Hofwyck, enz.). Uit de rijke litteratuur over hem : G. Kalff, Nederl. Dichters uit de 17de eeuw, II; J. Koopmans, Huygens Costelick Mal (Taal en letteren, XIV).
