Huwelijksbeletsel

betekenis & definitie

Huwelijksbeletsel - Behalve op grond van te jeugdigen leeftijd (zie HUWELIJK) of het reeds gehuwd zijn van een der partijen (zie BIGAMIE) is huw. verboden tusschen alle personen, die elkander bestaan in de opgaande en nederdalende linie, hetzij door wettige, hetzij door onwettige geboorte, of door aanhuwelijking; en in de zijlinie tusschen broers en zusters, wettige of onwettige (87 B. W.). Geslachtelijke omgang tusschen deze personen wordt als bloedschande aangemerkt. Op dezen grond is het huw. ook verboden tusschen schoonbroer en schoonzuster en tusschen oom of oud-oom en nicht of achter-nicht en tusschen tante of oudtante en neef of achter-neef. Ook hier is onverschillig, of de genoemde personen wettig of onwettig zijn. Bij deze personen kan echter om gewichtige redenen dispensatie worden verleend (88 B. W.). Een persoon, die bij rechterlijk vonnis van overspel is overtuigd, mag nim.mer met den medeplichtige aan dat overspel in het huw. treden (89 B. W.). De werking van dit verbod is zeer beperkt doordat het niet gebruikelijk is den medeplichtige in een echtscheidingsvonnis te noemen. — Tusschen personen, wier huw. om welke reden ook door echtscheiding ontbonden is, mag nimmer een nieuw huw. plaats hebben (90 B. W.). — Tenslotte kan een vrouw geen nieuw huw. aangaan dan na verloop van 300 dagen na de ontbinding van het vorige huw. (91 B. W.).