Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Huismusch

betekenis & definitie

Huismusch - Passer domesticus, behoort tot de vinken; aard- of zandkleurig met grauwen kop en groote zwarte keelvlek; de vleugels met geelachtigen dwarsband; lengte 16 c.M., staart 6 c.M. De h. behoort thuis in Europa, een groot deel van Azië en N.-Afrika; is door den mensch in Amerika ingevoerd. Het oorspronkelijke vaderland is waarschijnlijk CentraalAzië, vanwaar ook onze graansoorten afkomstig zijn ; leeft thans in genoemde streken overal, waar menschen wonen. Nestelt onder dakpannen een slordig nest, dat van boven open is, en in boomen; hier zijn de nesten gesloten.

Gevreesd als graandieven, eten ’s winters allerlei afval, plunderen verder moestuinen en boomgaarden, zijn daarom schadelijk. Nuttig zijn zij daartegenover door het eten van insecten, waarmede ook de jongen gevoederd worden. Een brutale, slimme standvogel, die zeer moeilijk uit te roeien is.

< >